Scheurmakers & carrièristen: de opstand van christendemocraten en katholieke flaminganten, 1890-1914

Auteur(s)
van Velthoven Harry
Uitgever
Pelckmans
ISBN
978 90 289 7801 0

Scheurmakers & carrièristen: de opstand van christendemocraten en katholieke flaminganten, 1890-1914

 

Ruzies en karaktermoorden binnen de katholieke partij.

De Gentse historicus en hoogleraar Harry van Velthoven publiceerde tijdens zijn lange loopbaan tal van werken in verband met de taalproblematiek. Een paar maanden geleden is hij bevallen van zijn jongste. Het boek kreeg als doopnaam “Scheurmakers en carrièristen”, en handelt over de opstand van christendemocraten en katholieke flaminganten binnen de katholieke partij tijdens de laatste decennia voor het uitbreken van de Grote Wereldbrand. Tussen 1884 en 1914 werd België bestuurd door uitsluitend katholieke regeringen. Een vlot lezend boek, dat wel, maar een minimale kennis van de Belgische geschiedenis voor de Eerste Wereldoorlog is meegenomen. Voor zijn boek bracht de auteur heel wat nieuwe feiten naar boven. Het is mooi en aantrekkelijk uitgegeven. Een reeks goed gekozen karikaturen fleurt het geheel op.

In zijn indringende analyse bespreekt Van Velthoven de moeizame doorbraak van de sociale en de Vlaamse beweging en de gevolgen ervan op de wetgeving. Het resultaat was een confrontatie tussen het machtsbehoud van de conservatieve burgerlijke elite, enerzijds, en de ideologische standpunten van de leidersfiguren binnen de christendemocratie en het katholiek flamingantisme, anderzijds. Tot 1907 kenmerkten beide ‘nieuwe’ bewegingen zich door onmacht. Voor dat jaar kantten de regeringen zich tegen elk Vlaamsgezind voorstel. De Gelijkheidswet van 1898 was een uitzondering.

1907 was inderdaad het kanteljaar. Dat jaar brachten de christendemocraten de conservatieve regering ten val. Tijdens de onmiddellijke jaren daarvoor verkleinde de katholieke meerderheid in het parlement in toenemende mate. De katholieke conservatieven konden de contesterende groepen niet langer negeren. Vanaf 1907 maakten christendemocraten deel uit van de regeringen. Wel gaat de auteur in tegen zijn, in bepaalde kringen toonaangevende, Leuvense confrater Lode Wils. Van Velthoven verwijt hem een te grote machtsfunctie te willen toekennen aan de christendemocraten. Voor de periode tot aan 1900 hangt Wils een te rooskleurig beeld op van de Vlaamse verwezenlijkingen. De bronnen spreken dat duidelijk tegen.

Verdoodt

Van Velthoven stelt zich terecht de vraag waarom, na het relatieve succes van de christendemocraten in 1907, het katholieke flamingantisme in dezelfde periode een mislukking was. Hij voert diverse redenen aan. Organisatorisch stonden de katholieke flaminganten heel zwak. Ze beschikten niet over een eigen Kamerfractie en evenmin over een “overkoepelende buitenparlementaire organisatie”. Pas met de komst van een bekwaam en charismatisch leider als Frans van Cauwelaert, en diens Vlaamse Katholieke Landsbond, keerde het tij voorzichtig.

Slechts vlak voor de Eerste Wereldoorlog werd de Vlaamse Beweging een machtsfactor. De ideologie van de beweging werd gemoderniseerd door buitenparlementairen als Julius MacLeod en Lodewijk de Raet. Door hun toedoen kreeg de taalkwestie een sociaaleconomische dimensie, werd ze als een volkskwestie voorgesteld en kon men als gevolg hiervan ruimer mobiliseren. Binnen de politieke partijen trad een nieuwe generatie aan en de positie van het flamingantisme werd aanzienlijk versterkt.

Toch maakte de katholieke regering de taaleisen niet tot één van haar prioriteiten. Zowel bij de legerwet van 1913 als bij de onderwijswet van 1914 ontbrak een taalregeling. De communautaire spanningen (o.a. de vernederlandsing van Gent) liepen echter op. Terzelfdertijd radicaliseerden, door de katholieke verkiezingsoverwinning van 1912, de linkse wallinganten, met als gevolg de open brief aan de koning van Jules Destrée.
Terecht besluit Van Velthoven dat tijdens de Eerste Wereldoorlog het activisme en de Frontbeweging niet zomaar uit de lucht kwamen vallen. Gewezen ADVN-voorzitter Frans-Jos Verdoodt vatte het kernachtig samen: “Als Belgische patriotten de oorlog in, als Vlaamse patriotten de oorlog uit.”