Ondanks het feit dat waarschijnlijk nooit voorheen een Amerikaanse president zoveel moeite en inspanningen in Pakistan heeft gestoken als Obama, is het opmerkelijk, aldus auteur Ahmed Rashid, dat het land er op vrijwel elk terrein op achteruit is gegaan: militair, politiek, economisch en humanitair. Het politiek personeel lijkt niet in staat om de staat zich in een andere richting te doen begeven, en allerlei extremistische jihadstrijders blijven een onderkomen vinden.
Onvoorstelbaar, terwijl de buurlanden als China en India momenteel wel een enorme economische groei meemaken. Maar de oorlogen en de terreur van Al Qaida hebben in dit gebied voor veel ellende gezorgd. Er zijn ramingen van de ellende: zo berekende het Costs of Warproject van de Brown University dat in de oorlogen in Afghanistan, Iran en Pakistan sinds 2001 niet minder dan 236.000 mensen het leven hebben gelaten en meer dan 7,8 miljoen mensen op de vlucht zijn geslagen. De totale kosten worden geraamd op 4 biljoen dollar.
Het boek Pakistan, aan de rand van de afgrond, is in die zin gedateerd dat de auteur het nog steeds heeft over Al Qaida (het boek dateert van 2012, de Nederlandstalige vertaling van 2013), en het “wereldwijde netwerk dat nog dagelijks wordt uitgebreid”. Op het moment dat ik deze regels schrijf, heeft de wereld het over de Islamitische Staat en – binnen enkele weken – over een nieuw terreurnetwerk dat als opvolger van Al Qaida zijn opwachting zou maken.
Maar de aanleiding is natuurlijk wel correct weergegeven. De gevolgen van de dood van Bin Laden waren allicht het zwaarst voor Pakistan. Wekenlang, maanden- en jarenlang heeft Pakistan volgehouden dat Osama Bin Laden niet op Pakistaans grondgebied verbleef, het bleek een flagrante leugen te zijn. De Pakistaanse leiders bleken leugenaars, of nog erger…Tot Amerika liet weten dat Pakistan van de Amerikaanse aanval op de leider van Al Qaida niet op de hoogte was gebracht, waaruit men kon concluderen dat Amerika de regering van Pakistan helemaal niet meer vertrouwde.
Het vertrouwen in het leger van Pakistan in die jaren werd onderuit gehaald, ook in Pakistan zelf. Toen bleek dat geen land ter wereld zo instabiel en zo kwetsbaar bleek voor terroristisch geweld. De problemen van Pakistan zijn nog lang niet volledig opgelijst, zegt de auteur. Zo zijn er Amerikaanse studies bekend, waarin wordt berekend dat de Pakistaanse bevolking die momenteel 185 miljoen eenheden telt, in 2050 zal uitgegroeid zijn tot 275 miljoen. De groei van de economie laat al jaren op zich wachten, zodat er een eindeloze stroom werklozen zit aan te komen, jongeren die een uitzichtloze toekomst tegemoet gaan. Om zich dus aan te sluiten bij de jihad, waarom niet? De Pakistaanse Taliban had op het moment van het verschijnen van het boek uitgestrekte gebieden in het noordoosten van het land in handen, en in Pakistan leven 30 miljoen Pathanen, de etnische groep waar de Taliban grotendeels uit rekruteert.
Maar de instabiliteit breidt zich volgens de auteur ook uit tot een aantal landen in Centraal-Azië, zoals Tadzjikistan, Oezbekistan, Turkmenistan, en Kirgizië. Extremisten uit deze landen, die de afgelopen jaren in verschillende islamitische conflicten hebben gevochten, zijn nu op de terugweg naar huis. Deze autoritaire staten in Centraal-Azië zouden wel eens het volgende strijdperk kunnen worden van Al Qaida, aldus Rashid.
Bijzonder verontrustend voor het Westen is - volgens de auteur - de vaststelling dat de NAVO er in 10 jaar niet in geslaagd is om ook maar één van haar strategische doelstellingen te verwezenlijken, en al helemaal niet de stabilisering van de regio. De term ‘AfPak’ wordt steeds vaker in de mond genomen. Het is steeds duidelijker dat men de problemen in Afghanistan niet ten gronde kan aanpakken als ook de problemen van Pakistan niet even grondig worden aangepakt.
Obama moet intussen wel geleerd hebben dat zijn beleid – zoals hij het zag – geen succes was. Tijd voor een ander beleid? De auteur wijst er terloops op dat een van de belangrijkste problemen waarmee Pakistan worstelt, “het onvermogen van de etnische groepen is om gezamenlijk tot een functionerend politiek evenwicht te komen, en het verzuim van het politiek bestel, de partijen en het leger om daarbij te helpen”. De Punjabi’s maken meer dan de helft van de bevolking uit, en de Baluchen, de Sindhi’s en de Pathanen hebben de indruk dat ze er eigenlijk niet bij horen. En dan hebben we het nog niet eens over de onherbergzame gebieden, waar verschillende stammen zich eigenlijk aan élk gezag onttrekken, en volledig op eigen krachten leven. Ideale gebieden voor de Taliban om zich in te planten.
Waarom wordt Pakistan zo geplaagd door alle mogelijke rampen? De geografische ligging van Pakistan, die eigenlijk “een cruciaal economisch voordeel voor het land had moeten zijn” werd een nadeel, omdat het juist daardoor het middelpunt van zowat alle belangrijke oorlogen en een ideaal toevluchtsoord voor extremistische jihadstrijders werd. Amerika had dezelfde jihadstrijders – én Pakistan - toegerust voor de oorlog tegen de Sovjet-Unie in Afghanistan en derhalve zéér belangrijke geldmiddelen beschikbaar gesteld. Vandaar de strategie van Pakistan, aldus de auteur: “op dezelfde voet verder kunnen gaan met de Amerikanen, de CIA helpen met Al Qaida, maar zijn soevereiniteit behouden en tegelijkertijd zijn eigen agenda uitvoeren in Kasjmir en Afghanistan”. De auteur besluit met twee stellingen: de toestand in Pakistan is politiek, militair en humanitair gevaarlijker dan in Afghanistan. En: wat is de finaliteit van het beleid van de VS? “Willen de VS Pakistan en Afghanistan stabiliseren of proberen ze eigenlijk de macht van Iran en China in te dammen of zelfs uit te dagen?”
Een ontluisterend en pakkend boek, dat in elk geval!