“De liberaal zet geen enkele rem op de democratie, wanneer hij alleen tegenmachten in de ring zet, als garantie voor de individuele vrijheden. Terwijl de conservatief wel degelijk remmen wil op de democratische theologie, want hij meent dat de beschaving vooraf is gegaan aan de democratie. De conservatief meent namelijk dat de beschaving, de maatschappij ook rechten heeft op het individu en dat de rechten van het individu niet onbeperkt kunnen zijn. Hij gelooft vooral dat de vooruitgang van de democratie en de vooruitgang van de maatschappij niet noodzakelijk equivalent zijn. Een maatschappij kan uitstekend zijn, zonder democratisch te zijn, zoals de Fransemaatschappij in de 17de eeuw ons leert. En de ‘excellentie’ is zeer belangrijk voor het overleven van elke beschaving. Hebben wij geen nood meer aan grenzen tussen volkeren, aan onderscheiden tussen culturen en verschillen tussen de seksen om mensen te blijven die die naam waardig zijn? Alleen een beweging ten gronde, zowel cultureel als politiek, maar voor alles spiritueel, kan een echt verzet opzetten”. Op pagina 301 zet Paul-François Paoli, auteur van Malaise de l’Occident – vers une révolution conservatrice? - in één paragraaf het alfa en omega van zijn werk op papier.
Het doel van het boek is de oorsprong blootleggen van de vele breuklijnen die intussen in de maatschappij zijn opgedoken, en waarvan de meest opmerkelijke – toch in Frankrijk – duidelijk werd naar aanleiding van de manifestaties tegen het wetsontwerp van de Franse regering, het zogenaamde huwelijk-voor-allen. De breuklijn overstijgt de politieke verschillen, en het gaat eigenlijk meer om een antropologische breuklijn: voor de enen bestaan er nu eenmaal wetten die eigen zijn aan de menselijke soort, die we niet naar goeddunken kunnen wijzigen en die onze subjectiviteit te boven gaan. Het is dus in die zin dat het hier gaat om een antropologische, conservatieve revolutie.
De breuklijn die naar aanleiding van dit huwelijk-voorallen naar buiten kwam, is natuurlijk maar één van de vele kwesties die voor seismografen van het maatschappelijk gebeuren duidelijk worden. De identiteit van een natie bijvoorbeeld en de notie van staat en van republiek. Is de republiek een universele waarde, zoals door sommigen – op een vrij autoritaire manier bijvoorbeeld – wordt geponeerd, of is de republiek een instelling die gericht is op het belang van een omschreven algemeen belang op een bepaald, welomschreven grondgebied met een bepaalde, welomschreven bevolking? Paul-François Paoli voegt daar nog een op het eerste gezicht vrij eigenaardige breuklijn in de Franse samenleving aan toe, meer bepaald die tussen verzet en collaboratie, en vooral de perceptie die er vandaag over leeft – nooit geweten dat in de Franse samenleving nog een perceptie over verzet en collaboratie leefde. De auteur vindt dat naar aanleiding van de herdenkingsplechtigheden rond Jean Moulin in juni 2013 het
hago duidelijk werd dat de gaullistische gedachte, die nationaal in de kern was, in de loop van de jaren verborgen werd gehouden ten voordele van een messianistisch humanisme à la Stéphane Hessel. De Franse identiteit – TeKoS ziet een en ander natuurlijk fundamenteel anders – berust op het bestaan van een volk, en de identiteit hing in de Gaullistische traditie niet alleen af van een “gevoel” ergens bij te horen, maar ook van een op historische en culturele wijze deel uit maken een bepaalde gemeenschap. De auteur heeft zich verdiept in de Franse geschiedenis en ontdekte een kloof tussen de Fransen in de jaren ‘30 en ‘40 van de vorige eeuw. Een ‘clivage’ tussen die Fransen die het hoofd leken te laten hangen na de zwaarste militaire nederlaag die Frankrijk ooit had geleden, en die Fransen die de strijd wilden verderzetten. Vooral in die laatste categorie vond je bijzonder veel rechtse, ja, zelfs radicaal rechtse Fransen, terwijl in het ‘kamp van de overgave’ – en dus later van de collaboratie – veel linkse, progressieve krachten waren te vinden. Paoli houdt er van om de bestaande categorieën en denkpatronen even overhoop te werpen, door elkaar te halen, zoveel is duidelijk…Feit is, en daar kunnen we de auteur moeiteloos volgen, dat links en rechts sinds bepaalde tijd morele categorieën zijn geworden. “Links zijn in Frankrijk behoort tot dezelfde ontologische categorie als mooi, of intelligent zijn, het is een essentiële kwaliteit waarbij elke vraag naar rechtvaardiging overboord wordt gesmeten”.
De auteur verzet zich op consequente wijze tegen elke universalistische aanspraak, ook die van de zogenaamde Rechten van de Mens. Paoli beroept zich op Michel Maffesoli die terecht stelde dat het grote maatschappelijke discours, dat door de instellingen en andere zogenaamde staatsdragende lichamen wordt gebruikt, met de grootste onverschilligheid door de burgers wordt beluisterd. PaulFrançois Paoli ontwikkelt een aantal dilemma’s, waarmee hij de liberalen rond de oren slaat: de liberale ideologie is in feite een universalistische antropologie, elke mens is drager en onderwerp van het recht, waartegenover in alle scherpte de libertaire dynamiek van het individualisme staat, dat al evenzeer van het individu de drager van alle waarden maakt. Paoli werpt terecht op dat wij allemaal individuen zijn, maar ‘niet alléén maar individuen’. Een ander pijnpunt is natuurlijk de vaststelling dat de Franse samenleving – onbeperkt inwisselbaar met “Belgische of Vlaamse” of “Nederlandse” – zo heterogeen is geworden, dat elke mogelijke theorie over “het algemeen belang” alle geloofwaardigheid heeft verloren. Hoe moet het samenleven nog worden georganiseerd, als de samenleving alleen nog maar bestaat uit minderheden – zoals dat momenteel in Brussel al het geval is? Van samenleven is in dit verband niet veel sprake meer, eerder van een naast-elkaar-leven, elk-in-de-eigen-groep.
Het echte debat, en dat is de interessante stelling van dit fundamentele boekje, het echte debat en de echte discussie gaat tussen conservatieven en liberalen. Zo bijvoorbeeld het multiculturalisme, ontwikkeld door het eigenaardig samengaan van liberalen en vooral socialisten. Een incoherente visie, aldus de auteur: men kan niet tezelfdertijd stellen dat deze progressieve multiculturele waarden universele gelding hebben én ontkennen dat deze waarden superieur zouden zijn op beschavingsvlak. Of hoe links zichzelf nog eens klemrijdt op het vlak van de seksuele waarden: men kan niet tezelfdertijd de Gender Theory aanhangen en het homohuwelijk, én het recht aan niet-Europese minderheden in Europa toekennen volgens eigen, niet-egalitaire normen (op seksueel vlak in elk geval) te leven.
Het republikeins individualisme, waar zowel links als rechts de grote voorstanders van waren in Frankrijk, heeft geleid tot wat Christopher Lasch de cultuur van het narcisme heeft genoemd. De cultuur van een type individu dat in zichzelf gekeerd is, en waarvan het ascetisch hedonisme bepaald smalend heette te zijn voor collectieve realiteiten. Bestaat er geen menselijke waardigheid buiten het sacrosante individu met andere woorden? Of om het als conservatief om te draaien: bestaat er eigenlijk wel een leven buiten de collectiviteit?
Volgende stelling, om deze bespreking af te sluiten: “Om te vermijden dat mensen elkaar haten of misprijzen, zou men eigenlijk eens moeten beginnen met te aanvaarden dat er tussen hen afstanden bestaan, niet alleen door de sociale verschillen, maar ook door een verscheidenheid aan gevoeligheden of aan cultuur. Het is niet voldoende te weten dat de anderen, menselijk gesproken, onze gelijken zijn, om ze ook goed te kunnen uitstaan. Om ze te kunnen uitstaan moet men ervan houden, en van iets of iemand houden kan niet worden opgelegd, want liefde berust nu eenmaal – ongeacht of men het graag zo wil of niet – op affiniteiten. De minachting begint steeds daar waar een veronderstelde gelijkheid wordt opgelegd, die botst met de effectieve verscheidenheid van de wezens”. Of nog: zou het wegvallen van het algemeen belang – en dus van de zingeving in onze samenleving – niet juist de oorzaak kunnen zijn van het succes van bijvoorbeeld het 21ste eeuwse politieke en religieuze islamfundamentalisme?
Een boek, rijk aan inzichten en juiste invalshoeken. Hopelijk horen we en lezen wij in de toekomst nog van deze auteur!