Ernst Jünger

Auteur(s)
Hervier Julien
Uitgever
Fayard
ISBN
978 2213 643632

 Ernst Jünger

Julien Hervier, professor vergelijkende literatuur, is een erkend Nietzsche-vertaler, maar hij heeft ook al enkele befaamde Jünger-boeken gepubliceerd, zoals zijn Entretiens avec Ernst Jünger (Gallimard) of nog Deux individus contre l’histoire (uitgegeven bij Eurédit). Het gevaar bij het zoveelste boek over Jünger is natuurlijk dat auteurs elkaar beginnen te citeren dat het niet mooi meer is, en dat men als lezer een sterk déjà vu-gevoel krijgt.
Niet dus bij Hervier, en dat siert deze auteur. Vrij vroeg in het boek geeft hij aan dat Jünger reeds in zijn schoolperiode de indruk had een paria te zijn, een outcast, en dat die indruk pas tijdens de Eerste Wereldoorlog zou wegdeemsteren ten voordele van het beeld van “de favoriet van de goden”. In zijn schoolperiode zou hij in elk geval bij zichzelf verdedigingstechnieken beginnen ontwikkelen tegen een universum dat hij als zeer vijandig beschouwde. De techniek van de schelp als het ware waarbij Ernst Jünger zich bijvoorbeeld in zichzelf terugtrok en gedurende 15 dagen gewoon niet aan de oppervlakte verscheen. Deze capaciteit zou hij steeds blijven koesteren: het zich innerlijk terugtrekken. De school bleef tot op het einde van zijn lange leven voor hem een plaats die bij hem vijandigheid opriep, en het is daarom ook dat hij het Vreemdelingenlegioen introk: alles liever dan op school! Vandaar ook dat het losbarsten van de Eerste Wereldoorlog en de daarmee gepaard gaande mobilisatie voor Jünger eerder een bevrijding was dan een moment van angst. Maar ook de deelname van Ernst en Friedrich Georg Jünger aan de activiteiten van de plaatselijke Wandervogel zou men een soort vlucht kunnen noemen.
Maar zoals algemeen is geweten, nam het openbaar leven van Ernst Jünger pas een aanvang met de Eerste Wereldoorlog. Ook hier bewerkstelligde Ernst Jünger opmerkelijk genoeg voor zichzelf opnieuw een bepaalde vorm van fatalisme, onverschilligheid zelfs die: “Als iets u moet overkomen, zal het ook gebeuren”. Maar verder zegt hij dan: “Het oorlogsgeweld bezorgt me momenteel echt plezier, dit spel waar men voortdurend het eigen leven riskeert, oefent op mij een grote aantrekkingskracht uit, zeker als de manier van leven in het algemeen gesproken min of meer bevredigend verloopt. Persoonlijk zal ik het zeker nog een jaar kunnen uithouden, tenminste als het geval zich voordoet…”
De veldslag van de Somme, april 1915, is een hoogtepunt in deze Materialschlacht, zoals historici u zeker zullen bevestigen. Jünger maakt er deel van uit, zij het dat een kwetsuur voor hem van levensbelang zal zijn. Door de (ernstige) verwonding neemt hij niet deel aan de gevechten van 3 september, hetgeen hem waarschijnlijk het leven heeft gered. De derde compagnie van de eenheid waartoe Jünger behoort, wordt volledig uitgemoord, de tweede compagnie krijgt het bijzonder hard te verduren. In de nacht van 12 november wordt hij opnieuw getroffen, dit keer in de rechterdij. Op 26 juli 1917 is Jünger in Staden, hij zal er deelnemen aan de derde slag van Ieper of Passendale. Hij verneemt er dat zijn broer Friedrich Georg zwaar gekwetst in een lazaret is opgenomen. In het nauw gedreven zet Ernst zelf een ultieme verzetseenheid op met enkele manschappen. Hij zal ook nu weer de dans ontspringen en ook zijn broer brengt het er levend vanaf. Ernst krijgt de leiding van de 7de compagnie aangeboden, zijn heldhaftig optreden bleef niet onopgemerkt. Op 19 oktober is hij in Roeselare, de stad staat onder Engelse druk vanuit Ieper, want general Haig wil Poelkapelle en Passendale innemen en verder oprukken naar het noorden. Jünger geraakt met zijn compagnie in de vuurlijn, en van de 150 manschappen zullen uiteindelijk 63 onder zijn bevel overleven.
Op 22 september verneemt hij per telegram van generaal Johannes von Busse dat de keizer hem de hoogste militaire onderscheiding verleent, de orde Pour le Mérite, door Frederik de Tweede in 1740 in het leven geroepen en tijdens de Eerste Wereldoorlog slechts aan elf infanteriecommandanten zoals Jünger toegekend. Jünger is op dat moment 23 jaar oud, en de oude maarschalk Hindenburg zou naar aanleiding van de toekenning hebben verklaard: “Het is gevaarlijk om die decoratie op zo’n jonge leeftijd te ontvangen”.
De rest van het verhaal is natuurlijk gekend: de Duitse nederlaag leidt tot een aantal communistische opstanden (eerst die van de marine in Kiel en Wilhelmshaven). Er is het ondraaglijke Verdrag van Versailles, dat Duitsland als enige verantwoordelijk stelt voor de oorlog en dat gepaard gaat met enorm territoriale en financiële verliezen. Er zijn de rechtse putschpogingen. Er zijn separatistische opstanden in het Rijnland en in Beieren.
Jünger blijft in het leger, maar zal intussen zijn leesboulemie verder ontwikkelen. En hij schrijft zijn oorlogservaringen, die hij in dagboeken bijhield, in een écht boek. Een dagdagelijks bijgehouden dagboek van een soldaat – en wat voor een – en de stijl van Ernst Jünger: het blijkt vrij snel een bijzonder succesvolle combinatie te zijn. Als een chirurg, zeer objectief en bijna zakelijk, beschrijft hij de ergste gruwelscenes, het lijkt meer een initiatieproef dan een werkelijk meegemaakte ervaring. Is Im Stahlgewittern een nationalistisch boek? Auteur Hervier twijfelt, het gaat eerder om een afstandelijk nationalisme, omdat elk haatgevoelen of elk revanchisme in dit eerste boek van Jünger achterwege blijft. Het is dus een loutere beschrijving, een strikt fenomenologische benadering van de Eerste Wereldoorlog. André Gide zal in zijn Journal op 1 december 1942 schrijven: “Het boek van Ernst Jünger over de oorlog van 14, Orages d’Acier, is ongetwijfeld het mooiste oorlogsboek dat ik ooit heb gelezen”.
In 1923 neemt hij afscheid van de Reichswehr en schrijft zich in aan de universiteit van Leipzig. Hij vertoont zich steeds vaker in de omgeving van de vrijkorpsen. De lectuur van de boeken van Hermann Löns en de nostalgie die van de avonturen van de schrijver uitgaan, zullen voor een sterke ecologische noot in het werk van Jünger zorgen, aldus auteur Hervier. Een ecologische oriëntatie die zelfs allesbepalend zal zijn voor de laatste jaren van het lange leven van Jünger.
De kringen rond de broers Jünger, moeten zowel ter rechterzijde, als bij de artistieke aanstormende bohémiens van die tijd worden gezocht. De filosoof Hugo Fischer bijvoorbeeld, of Arnolt Bronnen, Albrecht Erich Günther. De beide broers werpen zich in de politieke strijd, vooral dan in publicaties: het hoogtepunt van het politiek engagement situeert professor Hervier tussen 1925 en 1928, op het moment dus dat de Weimarrepubliek zich lijkt te stabiliseren en de ergste opstanden binnen en buiten Duitsland bezworen lijken. Het moment waarop Ernst Jünger de revolutie predikt, is juist het moment waarop die revolutie het minst waarschijnlijk lijkt. Wat Hans-Peter Schwarz tot dit strenge oordeel leidt: “Twee krachten fascineren Ernst Jünger: de politiek en de techniek. Hij begrijpt noch het een noch het ander”. De toon van de bijdragen van Jünger is dermate scherp, dat hij bijvoorbeeld door de leiding van Stahlhelm gevraagd wordt, zijn bijdragen voortaan in een ander tijdschrift te publiceren. Het is de tijd van de grote ontmoetingen – en de grote afrekeningen: kapitein Ehrhardt, Ernst Niekisch, Ernst von Salomon, Friedrich Hielscher en andere.
Tot zijn grote consternatie ontdekt hij dat de macht – àlle macht, zo lijkt het wel – in Duitsland steevast omringd wordt met allerhande intriges, en toch blijft hij nog eenbepaalde tijd in allerlei tijdschriften publiceren: Der Vormarsch, later Das Reich of nog Widerstand, enzovoort.
Gaandeweg verschuift de politiek naar het tweede plan, en met de publicatie van Das abenteuerliche Herz blijken zijn artistiek-stilistische gaven op het voorplan te zullen komen (1929). Een oorlogsverklaring aan het triomferende utilitarisme, deze “combinatie van rationalisme en materialisme”, aldus Julien Hervier. Het boek wenst integendeel de wereld een herbetovering te bezorgen. De relaties – voor zover daarvan al sprake – met de nationaalsocialisten verslechteren gaandeweg, zeker als Jünger op een bepaald moment zeer scherp reageert tegen allerlei kleinburgerlijke kantjes bij nationaalsocialisten en communisten: voor hem is het één pot nat. Hij verliest het geloof in een revolutionaire ommekeer door de politiek in Duitsland en zal zich gaandeweg afkeren van zijn vroegere politieke strategische keuzes.
Op 12 juli 1933 wordt Carl Schmitt door Hermann Goering uitgenodigd om lid te worden van de Preussischer Staatsrat, Ernst Jünger zal het hem uitdrukkelijk afraden. Het nieuwe regime zorgt er in elk geval voor dat sommige vriendschappen ernstig onder druk komen te staan. De broers Jünger vergroten in snel tempo de afstand met het nationaalsocialisme, en de roman Auf den Marmorklippen is in dit verband natuurlijk wel het duidelijkste literaire signaal geweest in Duitsland.
Zijn sympathie voor bepaalde conservatieve verzetskringen in Duitsland is gekend, dit geldt overigens ook voor zijn optimisme op het einde van de Tweede Wereldoorlog: alles ging beter worden, er was eindelijk sprake van een soort wereldvrede, er was opnieuw plaats voor sociale vooruitgang. Lang zou deze euforische toestand niet duren, weet professor Hervier, meerbepaald in het begin van de jaren ‘70 van de vorige eeuw. Een universele staat behoort niet langer tot de mogelijkheden, de algemene evolutie en vooral ook de bijzondere Europese toestand (de opdeling van Europa allicht) maakt hem zeer pessimistisch. Mogelijkheden tot verbetering van de politiek zijn er niet meer – of hij ziet die althans niet meer –ook op collectief vlak, het is de periode waarin een boekje als Der Waldgang ontstaat.
Uiteindelijk toch een mislukking, dit leven en het werk van Ernst Jünger? Professor Hervier is overtuigd van niet, al is het maar omwille van de laatste fase van het leven van de schrijver, die zich als symbool opwerpt van de Frans-Duitse verzoening en die daar met presidenten als Mitterand en Kohl ook een aantal fundamentele stappen in zet.
Het boek van professor Hervier is zeker een aanrader voor lezers die een goede, degelijke en volledige inleiding willen als eerste kennismaking met de figuur van Ernst Jünger. Mensen die al wat beter vertrouwd zijn met de materie zullen misschien te weinig origineel materiaal vinden, om het boek geboeid uit te lezen.