Uiterlijk is het een koffietafelboek, dus dik en machtig geïllustreerd – in feite een “mannekensblad” voor volwassenen -, maar deze kanjer staat mijlen boven de uiterlijkheden met het genre. Dit is boeiende en vlot geschreven geschiedenis, met oog voor andere zaken dan hovelingen, generaals, veldtochten, slagvelden en legers verzuipend in Russische rivieren.
“Antihelden” , uitgegeven bij Davidsfonds, beschrijft de bijzondere levens van gewone mensen in de tijd van de revolutionaire Fransen en Napoleon. Met de juiste aanpak: een internationale greep naar de feiten. Van de Franse Revolutie en de napoleontische periode zit in ons volksgeheugen weinig tot niets: ja, wel de Slag bij Waterloo, wel de Boerenkrijg, wel het Groot Dok in Antwerpen (in de Hollandse Tijd werd dat het Willemdok). Nederland deelt die verbrokkeling van weetjes. Welten ziet Napoleon in de eerste plaats als een autocraat met een internationale allure, met daden die gevolgen hadden voor gans Europa. Hij test die stelling door in zijn boek Vlaamse en Nederlandse kleine lieden die in de napoleontische tijd openbloeiden of dichtklapten bij mekaar te brengen. De boekenplanken met historische geschriften buigen onder de verhalen van vijf procent van de bevolking: de spraakmakende gemeenschap van bestuurders, juristen, schrijvers en kunstenaars. Verreweg het grootste deel van de bevolking zwijgt. De sociale geschiedenis van de Franse tijd dient nog geschreven te worden, oordeelt Welten, en hij laat het niet bij een waarneming. Hij schopt een “assist” van 380 bladzijden. Alleen reeds het beeldmateriaal is een lekkernij met bijvoorbeeld, ook in die tijd nog, bruegheliaans geklede volksmensen,.
Bouwdrama
In het hoofdstuk “Waterzooi en witte wijn” volgt de historicus de lotgevallen van 66 Gentse gijzelaars in Amiens. Zij staan borg voor 60 miljoen “livres” (ponden) die de Oostenrijkse Nederlanden moeten ophoesten voor de Franse bezetters. De armen hoeven niets te betalen, de rijken alles. Amiens is ver van huis, en zotte, culinaire en amoureuze avonturen van de 42 monniken en de 24 vooraanstaande burgers volgen. Het hoofdstuk “Een monument van papier” is de aanzet voor een volwaardige studie over Petrus Goetsbloets, de Antwerpenaar die met zijn aquarellen tot vandaag de picturale detective is van de Franse tijd in Vlaanderen. Het verhaal van het Grand Canal du Nord in hoofdstuk 8 is om van te smullen. Dat Grand Canal moest Antwerpen, als uitbreidende oorlogshaven en maritiem knooppunt, langs stromen, rivieren en nieuwe kanalen over Kaulille met Weert en Venlo verbinden. Vandaag draaien wij er de hand niet voor om, maar om in een mum van tijd 2.500 man aan het werk te zetten, was naar de maatstaven van die tijd een ongekend aantal. Aannemer Wasservas is de juiste man op de juiste plek, maar hij gaat na enkele maanden kopje-onder. Het dossier-Wasservas is een bouwdrama. Een restant van het Grand Canal du Nord is de Zuid-Willemsvaart, weliswaar niet door ingenieurs van Napoleon aangelegd, maar door koning Willem I.
Joost Welten, doctor in de geschiedenis, exploreerde brieven, dagboeken en kronieken en stuitte op hartstocht, verlangen, overspel, seks, wonen, geloven, lijden en sterven bij havenarbeiders, kanaalgravers, koetsiers, studenten, renteniers, monniken en soldaten. Die berg aan volkse en ongewone bronnen levert een boek op met Vlaams-Nederlandse geschiedenis uit een tijd van revolutie en oorlog (1794-1815) die tot een nieuw soort samenleving leidde. Davidsfonds mag fier zijn op deze auteur en de uitgave van zijn manuscript.